The Horseless Prince

Pimmetje... het is bedtijd. Ga je mee, dan lees ik je nog wat voor.

De zevenjarige Pim is gefascineerd door het sprookje 'Sneeuwwitje'. Vooral het gedeelte waar de Prins Sneeuwwitje wakker kust. Moeder en schilderes leest het sprookje bijna elke avond voor. Op een dag heeft ze een verassing voor haar zoon. In het atelier heeft ze een prachtige schets gemaakt van de kussende Sneeuwwitje en de Prins. Moeder en zoon stappen in de auto om verf te gaan kopen. De rit krijgt een abrupt einde als moeder frontaal tegen een boom rijdt.

De moeder van Pim is op slag dood en Pim heeft een zware hersenschudding opgelopen. De artsen waarschuwen de vader van Pim, ze vrezen voor tijdelijke uitval van bepaalde hersenfuncties. De kleine jongen is dan ook flink in de war als hij zijn opgebaarde moeder ziet. Ze lijkt namelijk precies op Sneeuwwitje.

Pim denkt dan de oplossing gevonden te hebben en schrijft een brief naar kroonprins Willem Alexander. Hij is er van overtuigd dat de Hollandse prins zijn moeder kan wakkerkussen. Maar tijdens de begrafenis komt de Prins niet opdagen. Pim is teleurgesteld en denkt dat de post vertraging heeft.

De verwarde jongen sluipt midden in de nacht naar het kerkhof, waar het graf met losse planken gesloten is. Pim weet het lichaam van zijn moeder te bemachtigen en haar in het atelier te verstoppen. Nu heeft de Prins meer tijd om te reageren, denkt Pim. Als de Nederlandse prins twee maanden later nog steeds niets van zich laat horen, twijfelt Pim over de echtheid van Prins Willem Alexander, hij heeft geeneens een paard, zoals de Prins in Sneeuwwitje.

Pim komt erachter dat alle prinsen geen rood, maar blauw bloed hebben. Hij besluit om zelf maar Prins te worden en gaat terug naar het atelier. Daar drinkt hij een fles blauwe verf op, met de hoop dat zijn bloed van kleur verandert. Pim verliest zijn bewustzijn en als hij wakker wordt blijkt hij inderdaad blauw bloed te hebben. Nu is hij in staat om zijn moeder wakker te kussen. Tot zijn verbazing opent moeder inderdaad haar ogen. Pim is dolgelukkig, het is gelukt.

Moeder en zoon lopen naar buiten waar ze vader tegenkomen. Hij is in paniek en passeert zijn gezin zonder enkele reactie. De nieuwsgierige Pim loopt zijn vader achterna, die het atelier in loopt. Daar ontdekt Pim dat de blauwe verf hem fataal is geworden. Niet de kus, maar zijn dood heeft hem met zijn moeder herenigd.