04-10-2018

Wij zijn meer dan Babi Pangang

Al sinds de 14e eeuw emigreren Chinese handelaren uit de provincies Fuijan en Guangong naar de Indonesische archipel, Nusantara. De Chinese mannen die naar Indonesië emigreerden trouwden daar met de Indonesische vrouwen, kregen kinderen en bleven voorgoed. Vanaf 1617 werden onder bevel van Jan Pieterszoon Coen ook veel Chinese arbeiders ingehuurd. Aan het einde van de Ming-dynastie kwamen nog meer Chinezen die later als Peranakan-Chinezen werden beschouwd. In de periode 1860-1930, nam de migratie van Chinezen naar Indonesië flink toe met een populatiestijging van 220.000 naar 1.233.000. Zij kwamen als contractarbeiders en vrije migranten. Rond 1930 was ruim 60% van de Chinezen werkzaam in de handel en vormde daarmee een belangrijke schakel tussen de bevolking van het toenmalige Nederlands-Indië en het Europese handelsverkeer. De Chinezen waren verdeeld in twee kampen: de Peranakans die geen Chinees meer spraken en de Totok-Chinezen die de Chinese taal en cultuur bleven houden. Sinds de laatste volkstelling in 1930 is de Chinese bevolking in Indonesië gegroeid tot meer dan anderhalf miljoen inwoners waarvan ongeveer de helft Peranakan-Chinezen waren. De benaming van Peranakan-Chinezen is afgeleid van het Indonesische woord anak, dat 'kind' betekent, en staat voor 'afstammeling.' In de nieuwe Peranakan cultuur werden Chinese tradities gecombineerd met Indonesische elementen. De Chinezen deelden hun technieken en motieven binnen de kunstnijverheid met de Indonesiërs en maakten daarnaast gebruik van de Indonesische taal en kleding. Ook hebben zij invloed gehad op de gerechten in Indonesië, onder andere door hun voorkeur van varkensvlees (babi). De invloed van kleding is te zien bij de Peranakan vrouwen die op Java bijvoorbeeld sarongs droegen die versierd waren met de Javaanse batik techniek. De heldere kleuren en speciale motieven zoals vlinders en pioenrozen waren weer geïnspireerd door de Chinese cultuur. De Peranakan-Chinezen spreken het Indonesisch/Maleis, Baba-Maleis en soms Minnanyu. Een groot deel is boeddhist en de rest islamitisch of christen.

De eerste Peranakan-Chinezen kwamen in het begin van de 20e eeuw naar Nederland om te studeren. Voor de Eerste Wereldoorlog was dit een jaarlijks gemiddelde van ongeveer 50 man en dit is in de jaren '30 opgelopen tot 150. Wat opvalt was het hoge opleidingsniveau van de oudere generatie van Peranakan-Chinezen in Nederland. Studies zoals rechten in Leiden, medicijnen in Amsterdam, technische studies in Delft en economie in Rotterdam waren erg populair. Doordat zij kwamen uit welgestelde gezinnen konden zij de reis naar Nederland wel betalen en ook hadden zij genoeg geld om hun opleiding te kunnen betalen. Daarnaast was het voor hen verplicht om Nederlands te spreken om te worden toegelaten op de opleiding. Hierdoor beheersten ze de Nederlandse taal goed. Tijdens de onafhankelijkheid van Indonesië en vanwege de Anti-Chinese rellen erna zijn veel Peranakan-Chinezen gevlucht uit Indonesië. Een groot deel is naar Nederland gekomen. De Peranakan-Chinezen die in de jaren '70 naar Nederland kwamen om te studeren, beheersten het Nederlands minder goed omdat zij in hun jeugd geen Nederlands op school leerden. Veel Peranakan-Chinezen uit de eerste en tweede generatie in Nederland hebben nu nog steeds het beroep van tandarts. Ook de beroepen advocaat, orthodontist en arts komen veel voor. Toen de Peranakan-Chinezen naar Nederland emigreerden hebben ze zich nooit als aparte groep afgezonderd, maar ze zijn geïntegreerd mede dankzij hun hoge opleiding en doordat ze doordrenkt waren met de Nederlandse cultuur. De Chinezen die nu nog steeds hun oorspronkelijke familienaam gebruiken, romaniseren dit meestal door een Chinees-Indonesische naam aan te nemen dat wordt geschreven in Nederlandse spelling. Veel voorkomende namen zijn:

Tan (, Chen)

Kwee/Kwik (, Guo)

Oei/Oey/Ng/Wie (, Huang)

Li/Lie/Lee (, Li)

Liem/Lim (, Lin)

Go/Gouw/Goh (, , ,Wu)

Te/The/Th� (, Zheng)

Thio/Tio/Theo/Teo (, Zhang)

Tjo (, Chao).


Vergeet niet ons project te steunen op: https://cinecrowd.com/nl/wij-zijn-meer-dan-babipangang

Facebook: https://www.facebook.com/wijzijnmeerdanbabipangang/

Twitter: https://twitter.com/mdbabipangang

Instagram: https://www.instagram.com/meerdanbabipangang/


In de documentaire WIJ ZIJN MEER DAN BABI PANGANG gaat Julie Ng, een Chinees-Nederlandse vrouw op zoek naar de afkomst van de babi pangang om zich gaandeweg te beseffen dat het niet de afkomst van het gerecht is wat ertoe doet, maar juist de betekenis.

Stichting Meer Dan Babi Pangang is in 2018 opgericht door In-Soo Radstake, (Zuid-Korea, voorzitter, filmproducent en cultureel ondernemer) Julie Ng (Hong Kong, secretaris, documentaire regisseur) en San Fu Maltha (Indonesië, penningmeester, filmproducent en filmdistributeur).

Het doel van de stichting is het leveren van een bijdrage aan het ontdekken, ontwikkelen, begeleiden en promoten van nieuwe diverse stemmen, makers, kunstenaars, designers en creatievelingen vanuit de Aziatische gemeenschap.