23-01-2013

Waar blijft die tax shelter?

Nu te lezen in De Filmkrant. FilmSlot: Waar blijft die tax shelter? En andere reddingsplannen. Filmproducent San Fu Maltha (Zwartboek, Oorlogswinter) neemt een voorschot op de Filmtop, de brainstormsessie tussen vertegenwoordigers uit de Nederlandse filmwereld en de Tweede Kamer.

De filmwereld heeft een spannend jaar achter de rug, maar het ging in 2012 nog steeds goed met de Nederlandse film. Desondanks is de grote groei van het jaar daarvoor volledig verdwenen en staan we weer op het peil van 2010. En dat allemaal in een tijd waarin in de filmbranche alle alarmbellen rinkelen. Door de steeds maar uitblijvende invoering van een Nederlandse tax shelter, gekoppeld aan de bezuinigingen, dreigt een grote kaalslag. (Een tax shelter is een gunstige belastingmaatregel voor film.)

Omdat de totale markt in 2012 wel groeide, zou de daling van het aantal bezoekers aan de Nederlandse film ook te maken kunnen hebben met een bovenmatig goed aanbod van buitenlandse films (Intouchables, Skyfall). Het filmaanbod kun je echter moeilijk vooraf bepalen vanwege het langdurige en ingewikkelde financierings- en planningsproces. Het realiseren van een film gaat met veel meer onzekerheid en risico's gepaard dan alle andere kunstvormen want film is van veel meer externe partijen afhankelijk. Net als voetbalclubs moeten wij, om ons ideale team samen te stellen, met andere partijen concurreren. Niet alleen met andere films maar ook met toneel en televisie. Omdat die hun teams veel meer zekerheid kunnen bieden, moeten wij creatieve compromissen sluiten of veel meer geld bieden.

Frustratie
Film kent daarbij meerdere financieringsbronnen en krijgt zijn subsidies niet vooraf uitgekeerd. Pas bij de start van de opnames volgt een eerste deel van het geld. Bovendien wordt film gemiddeld voor 50 procent gesubsidieerd en projecten bij de publieke omroep en toneel voor 100 procent. Toneel wordt ook nog eens bedrijfsmatig gesubsidieerd en film projectmatig. Dit leidt allemaal tot grote onzekerheid en door de beperkte beschikbaarheid van talent niet noodzakelijkerwijs tot ideale keuzes. Ondanks het rapport Makers op waarde geschat (2009) worden projecten nog steeds niet op een meetbare manier beoordeeld. Als daar al iets mee gebeurt, is het gericht op het afstraffen van flops in plaats van het belonen van successen. Door het ontbreken van een bedrijfshorizon die verder gaat dan de volgende film en de beperking van overheadkosten worden langetermijnstructuren bij filmproducenten onmogelijk gemaakt. De ontwikkeling van jong talent en het creëren van langdurige relaties met schrijvers/regisseurs wordt hierdoor gefrustreerd. Terwijl juist versterking van script- en projectontwikkeling essentieel is voor groei.

Verstikken
Tot grote tevredenheid van het Ministerie van OCW is het in onze sector wel lekker rustig geworden. Hoe is dat gelukt? Met regels. Heel veel regels, die het varen op eigen kompas en het ondernemen verstikken. Het nieuwe beleid heeft in 2012 wel tot meer films geleid maar niet tot een verhoging van de kwaliteit of tot beter scorende films. Het beslissingsproces over de toekenning van subsidies is alleen maar langer geworden en daarmee werd de onzekerheid groter. Daarbij komen de spreiding van de betalingen en de bijbehorende administratie waardoor we heel lang op ons geld moeten wachten, wat vervolgens voor cashflowproblemen zorgt bij producent, cast, crew en toeleveranciers. Dit verbetert de kwaliteit bepaald niet. Neem daarbij de verlaging van het maximale subsidieplafond, waardoor prestigieuze projecten als Paul Verhoevens De stille kracht wel erg lastig te realiseren worden.

Ongelijk speelveld
Door de bezuinigingen is de behoefte aan geldbronnen buiten het Filmfonds alleen maar toegenomen. Maar de Nederlandse filmproducenten zijn zwaar in het nadeel ten opzichte van Europese collega's. Er is geen gelijk speelveld doordat wij binnen de Europese Unie het enige land zijn dat geen bescherming tegen illegaal downloaden én geen lokale tax shelter kent.
In België is het parlement wel tegen illegaal downloaden, hebben ze al jarenlang een goed werkende landelijke plus regionale tax shelter, kennen ze sinds kort ook nog een regionaal Vlaams economisch fonds en heeft de grootste kabelmaatschappij aangekondigd de eerstvolgende vier jaar jaarlijks 7,5 miljoen in de audiovisuele branche te steken. Tel daarbij op de uiterst succesvolle internationale marketing en promotie van de Belgische film. Op filmgebied liggen onze buren mijlenver voor.

Thuiskopiefooi
Over de economische schade door piraterij wordt al jaren schamper gedaan. Miljoenen kostende lobby's van hardwarefabrikanten en de populistische pro-piratenstem hebben ervoor gezorgd dat deze schade al jaren oneigenlijk wordt afgedaan met de thuiskopiefooi. Die ook nog eens verdeeld moet worden onder partijen afkomstig uit de wereld van boeken, games, muziek, televisie en film. De economische schade voor film na aftrek van video on demand-inkomsten betreft, vergeleken met 10 jaar geleden, 250 miljoen per jaar. De inkomsten voor de detailhandel en de distributeurs zijn daardoor dramatisch gedaald, waardoor het enthousiasme voor hoge investeringen in film sterk afnam. Daarnaast lijkt de Dienst Belastingen er sinds eind 2012 niet meer zo van overtuigd dat de filmbranche geholpen moet worden.

Nationale Filmtop
De Tweede Kamer heeft gevraagd om een nationale Filmtop die moet resulteren in het behoud en de verdere ontwikkeling van een eigen positie van de Nederlandse filmindustrie. Ook een algeheel verbod op oneerlijke concurrentie binnen de EU komt daarbij aan de orde. Overheid en branche moeten beiden een inspanning leveren om de dreigende kaalslag te voorkomen. Een totstandkoming van een Nederlandse tax shelter is daarbij cruciaal. Maar het zou jammer zijn om niet ook meteen te komen tot een heroriëntatie en ervoor te zorgen dat de filmbranche een echte bedrijfstak wordt waar we de kwaliteit structureel moeten verhogen en bedrijfsmatig moeten werken. Om een aanzet daartoe te geven noem ik een aantal voorstellen:

  1. Bedrijfsmatige vijfjarensubsidiering van productiebedrijven ten laste van 75 procent budget Filmfonds.
  2. Het daarin verplichten van talentontwikkeling en investeringen in schrijvers en regisseurs.
  3. Aanvullende opleidingen/cursussen voor schrijvers met inbreng internationale schrijftalenten.
  4. Intendant alleen nog voor projectmatige aanvragen van onder andere experimentele films en nieuwkomers.
  5. Afsluiten van jaarcontracten met de top van de Nederlandse acteurs en actrices, zodat deze betaalbaar beschikbaar zijn voor de Nederlandse speelfilm.
  6. Risicodragende investeringen van Nederlandse bioscoopexploitanten in de Nederlandse speelfilm, net zoals vroeger.
  7. Invoering van een Nederlandse tax shelter.
  8. Opzetten van een eigen Filmloterij.
  9. Gratis ter beschikking stellen van een deel van de STER-zendtijd voor de marketing van Nederlandse films.
  10. Mogelijk houden/maken van belastingvriendelijke investeringen in film.
  11. Downloadverbod of schadeclaim van producenten, distributeurs en detailhandel bij de Nederlandse overheid voor de economische schade als gevolg van het door de overheid tolereren van 'diefstal' en 'heling'.
  12. Start commercieel CoBO-fonds.
  13. Eenmalige vijfjarige ondersteuning vanuit Economische Zaken om de verkoop en marketing van de Nederlandse speelfilm in het buitenland te stimuleren.
  14. Heffing zoals in Frankrijk op bioscoopkaartje, dvd, vod, svod, pay tv en free tv.
  15. Kabelmaatschappijen die buitenlandse tv-zenders niet meer in het gratis pakket aanbieden en het geld dat ze hiermee besparen laten investeren in de Nederlandse speelfilm.
  16. Een kredietmogelijkheid voor productiebedrijven om het financieren van producties te faciliteren, zoals dit bestaat in vele landen.